Skip to content

Grote RI&E

De grote RI&E is bedoeld voor grotere bedrijven. Daar zijn meerdere afdelingen en daar zijn veelal meerdere personen verantwoordelijk voor arbeidsomstandigheden. In de grote RI&E is het mogelijk gemaakt om de RI&E te splitsen in verschillende onderdelen en om taken onder meerdere functionarissen te verdelen.

Grote RI&E

De grote RI&E is bedoeld voor grotere bedrijven. Daar zijn meerdere afdelingen en zijn meerdere personen verantwoordelijk voor arbeidsomstandigheden. In de grote RI&E is het mogelijk gemaakt om de RI&E te splitsen in verschillende onderdelen en om taken onder meerdere functionarissen te verdelen. Ook wordt er extra aandacht besteed aan het borgen dat alle noodzakelijke acties worden beheerd, omdat dit in grotere bedrijven ingewikkelder is.
Sinds de zoetwarensector ook over een Compacte RI&E beschikt, die specifiek gericht is op kleinere bedrijven, wordt het RI&E-instrument dat al langer bestaat nu de ‘Grote RI&E’ genoemd

In de grote RI&E zijn alle onderwerpen onderverdeeld in modules. Iedere module bevat een set van vragen over dat onderwerp met daarbij een toelichting en links naar extra informatie. De RI&E is ondergebracht in het AMS-systeem waarmee je flexibel kunt kiezen hoe je de verschillende modules wilt gebruiken. Je kunt ook voor afdelingen of vestigingen apart een RI&E opstellen en dan alleen de modules kiezen die daarvoor van toepassing zijn.

Als je een account voor de Grote RI&E aan wil vragen, neem dan contact op met Erna Bak (specialist Arbeidsomstandigheden en Veiligheid); erna@vbz.nl of 070-3554700.

Heb je al een account voor de Grote RI&E, log dan hier in.

Waarom maak je een RI&E?
Omdat het moet van de Arbowet? Natuurlijk, maar daar is het niet om te doen. Het maken van de RI&E is bedoeld om het bedrijf overzicht te geven, te weten wat je goed onder controle hebt en wat nog niet. Alles met als doel het risico op beschadiging van medewerkers op het werk voorkomen.

De RI&E levert werk op, maar geeft je ook controle. Helemaal geen risico’s meer, dat punt zullen we niet bereiken, maar wel kunnen we stap voor stap minder risico lopen. En dan is het belangrijk dat je weet waar je het beste in kunt investeren. Daarom zet je de risico’s op een rij (inventariseren) en weegt af (‘evalueren’) wat het belangrijkste is om te verbeteren. Zo kun je bepalen welke inspanningen (maatregelen) het beste rendement opleveren.

De wet eist wel dat bij het treffen van maatregelen goed gekeken wordt naar de mogelijkheden die er zijn om het probleem aan de bron op te lossen. Je moet bij het bepalen van maatregelen de zogenaamde arbeidshygiënische strategie volgen:

  1. Bronmaatregelen: maatregel die het risico helemaal wegneemt, bijvoorbeeld een gevaarlijke stof vervangen door een ongevaarlijke, een onveilige werkzaamheid automatiseren.
  2. Technische maatregelen die blootstelling aan het risico voorkomen of beperken: als het wegnemen van het risico redelijkerwijs niet mogelijk is, treft de werkgever maatregelen die alle werknemers afschermen van het risico. Voorbeelden zijn beschermkappen op machines, omkasting machines, ventilatie en het afzuigen van stoffen.
  3. Organisatorische maatregelen: beperken ook technische maatregelen het risico niet voldoende, dan moet de werkgever proberen het risico voor individuele werknemers te beperken. Voorbeelden zijn taakroulatie om de blootstelling te beperken of werken vanuit een afgeschermde control-room.
  4. Persoonlijke bescherming: als laatste mogelijkheid kan de werkgever persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking stellen, zoals gehoorbescherming. De werkgever moet toezicht houden op het gebruik ervan en werknemers zijn waar dat vereist is verplicht om de beschermingsmiddelen te gebruiken en de instructies daarvoor op te volgen.

Je kunt meestal niet alles meteen 100% goed hebben. Je moet wel laten zien dat je grotere risico’s op korte termijn aanpakt. Lukt het niet meteen om definitieve oplossingen te realiseren, bijvoorbeeld omdat dit grote investeringen vergt, dan kun je eerst tussenmaatregelen nemen om het risico te beperken.  Bijvoorbeeld stofafzuiging kan pas over een jaar, in de tussentijd maak je heel precieze instructies over de werkwijze, verstrekt persoonlijke beschermingsmiddelen en doet iedere week een check of er op de juiste wijze gewerkt wordt.

Als er ongevallen, incidenten zijn of uitval van medewerkers is door factoren op het werk, dan moet je in ieder geval maatregelen treffen om die risico’s weg te nemen.

Geef bij iedere actie aan wanneer deze is afgerond en wie daar verantwoordelijk voor is. Zo laat je zien dat je zorgvuldig bezig bent met de risico’s.

Stappenplan: RI&E, hoe pak je dat slim aan?
Dit stappenplan is bedoeld voor degene die in het bedrijf de RI&E gaat opzetten. Vaak is dat de Preventiemedewerker of KAM-coördinator. Het RI&E instrument van Zoetwaren helpt je om alle onderwerpen van de RI&E in kaart te brengen. Dat nodigt uit om er gewoon aan te beginnen en te zien wat er gebeurt. Maar je hebt er meer plezier van en je werkt efficiënter als je vooraf goed bekijkt wat en wie je allemaal nodig hebt om tot een goed resultaat te komen. Volg de stappen van dit stappenplan.

1. Wie is de eigenaar van wat?

Straks komen er uit de RI&E punten naar voren waar verbetering nodig is. Daar is tijd en geld voor nodig. Bekijk wie daar straks verantwoordelijk voor gaat zijn (budgethouders). Die zijn eigenlijk de eigenaar van dat deel van de RI&E. Bespreek dit met directie en de budgethouders vooraf, omdat ze daar dan rekening mee kunnen houden. Nog beter is het om hen zelf de RI&E voor dat deel te laten invullen met hun medewerkers. Daar geef je dan als preventiemedewerker/KAM ondersteuning bij. De preventiemedewerker heeft wettelijke de taak om te adviseren bij de RI&E en de verbetermaatregelen uit het bijbehorende Plan van aanpak.

Trap niet in de valkuil dat het ‘jouw’ RI&E is. Dat is alleen zo als je zelf de werkgever bent die overal over kan besluiten. Hoe en door wie je de RI&E ook laat maken of toetsen, uiteindelijk blijft de werkgever verantwoordelijk voor de juistheid en volledigheid van de RI&E en bijbehorende Plan van aanpak.

2. Welke informatie komt waar vandaan?

Vaak is er binnen het bedrijf al veel informatie te vinden die je verder helpt bij de RI&E. Denk aan:

HR/P&O en de bedrijfsarts/Arbodienst: informatie uit medewerkersonderzoeken  (enquêtes, periodiek gezondheidsonderzoek (PAGO), exit-interviews.

In ieder geval moet je in de RI&E opnemen:

  • Of het contract met de arbodienst/bedrijfsarts goed is ingericht (P&O/HR)
  • Verzuimanalyse (bedrijfsarts/Arbodienst): is er werk gerelateerd verzuim  en wat is hier aan gedaan of wat kan er nog aan verbeterd worden?
  • PAGO-advies (bedrijfsarts/Arbodienst): is het nodig om arbeidsgezondheidskundig onderzoek aan bepaalde functiegroepen aan te bieden en wat dan?
  • Incidenten ongewenst gedrag (Vertrouwenspersoon): zijn er incidenten, zijn die goed afgehandeld en wat doen we er verder aan om die tegen te gaan?
  • Ongevallen/incidenten: waren er ongevallen, bijna-ongevallen of meldingen over onveilige situaties en zijn daar juiste analyses gedaan en maatregelen getroffen?

De RIE-toetser bekijkt of die gegevens er zijn, of hieruit blijkt dat er risico’s in het werk zijn en of daar dan ook actie op genomen is. Is gekeken naar de ‘achterliggende oorzaken’?. Dus niet alleen wat er gebeurd is, maar ook wat heeft gemaakt dat dit probleem zich heeft voorgedaan (zie ook de uitleg over Basis Risico Factoren).

Technische informatie (TD/gebouwbeheer/engineering/inkoop)

Voor de ‘techniek’ heb je de TD nodig. Die weet aan welke eisen alle technische zaken voldoen, welke keuringen, preventief onderhoud enzovoorts gedaan worden. Regel dus ook die medewerking aan de voorkant.

Engineering/procesontwikkeling en de inkoopafdeling zullen hier ook een rol spelen. Die heb je o.a. nodig om de veiligheidsinformatiebladen/(Material) Safety Data Sheets van grondstoffen/gebruikte producten te achterhalen.

Deskundigheid en RIE-toetser: heb je nog hulp nodig qua deskundigheid? Bijvoorbeeld om explosieveiligheid te beoordelen of blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Kijk welke inhuur dan nodig is. Belangrijk: als je de RI&E moet laten toetsen door externe deskundigen, dan is het handig die vooraf te spreken c.q. ga die niet pas zoeken als alles klaar is!

3. Betrekken van medewerkers!

Input van medewerkers is nodig bij de RI&E. Bekijk hoe je dat het beste kunt doen. Minimaal praat je op de werkvloer met medewerkers. Je ziet namelijk niet alles zelf, zij weten wat er door het jaar heen allemaal gebeurt. Maar beter nog, laat hen zelf nadenken over de risico’s en verbetermaatregelen, samen met de leiding. Bijvoorbeeld door een leidinggevende en enkele medewerkers samen met de preventiemedewerker de vragenlijst van hun afdeling in te laten vullen. Je kunt hiervoor ook de DOE- kaarten gebruiken die onderdeel zijn van de Compacte RI&E (Door hen zelf actief te betrekken bereik je ook dat ze zelf meer bewust worden van de risico’s, hoe ze zelf werken en wat de werkgever hier allemaal voor heeft gedaan. Daarmee geef je dus ook nog eens vanzelf een impuls aan hun veiligheidsbewustzijn!

Als de RI&E straks opgesteld is, dan heeft iedere medewerker het recht om deze in te zien. Ook dat hoort bij de spelregels, dus bedenk hoe je hen hierover wilt informeren.

4. De voorbereiding is compleet, nu nog besluitvorming en commitment.

Als je bedacht hebt hoe je de RI&E wilt laten gebeuren dan ben je klaar om het plan met de directie en OR te bespreken. Je vraagt de directie dan om jou de opdracht te geven tot de uitvoering van de RI&E volgens het opgestelde plan en maakt de afspraak dat je op de medewerking kunt rekenen van alle betrokkenen.

Als er een OR/PVT is dan moet je ook instemming vragen over de manier waarop je de RI&E gaat uitvoeren. Je kunt het voorstel voorleggen als het klaar is, maar slimmer is om vanaf het begin met de OR/PVT te bespreken wat de beste manier voor de RI&E is. Straks als de RI&E opgesteld is, inclusief de verbeteracties/Plan van aanpak, dan hebben ze daar ook instemmingsrecht op.

En dan starten maar, samen de RI&E maken.

Praktisch werken met de Zoetwaren RI&E (snelstartgids)
In het instrument tref je een E-learning en handleiding aan over de werking van het systeem. Je kunt het gebruiken als je via Erna Bak een account gekregen hebt, anders moet je die eerst aanvragen. Alleen Zoetwarenbedrijven kunnen een account krijgen. Niet alles staat in de E-learning of handleiding. Daarom tref je hier een snelstartgids aan.

Voor de eenvoudige situatie dat je één vragenlijst gaat gebruiken, voor één bedrijfslocatie, kun je zo aan de slag:

  1. Je logt in met je gebruikersnaam (emailadres) en het wachtwoord.
  2. Links zie je het kopje RIE dossier met daaronder het kopje ‘Vragenlijsten’, daar klik je op.
  3. In het midden-scherm verschijnt nu de naam van de vragenlijst en die vragenlijst klik je aan. Rechtsboven kun je nu op de knop ‘Maak een keuze’ drukken en dan ‘Openen’ kiezen. In het midden opent nu de vragenlijst, je krijgt eerst een informatiescherm en als je dat gelezen hebt, druk je beneden in dat scherm op ‘OK’. Je begint dan met het invullen van de vragenlijst.
  4. Lees de vraag en lees de toelichting in het blauwe blok aan de rechterkant. Klik eventueel op hyperlinks in dat blauwe blok als je nog meer informatie hierover wilt.
  5. Je kiest nu als antwoord ‘ja’, ‘nee’ of ‘nvt’.
  • Klik je ‘ja’ of ‘nvt’ dan zeg je daarmee dat er niets meer gedaan hoeft te worden. Typ dan in het veld ‘opmerkingen’ een korte uitleg waarom je dat vindt. Dan ben je klaar met die vraag.
  • Klik je op ‘nee’, dan zeg je dat je nog iets wilt verbeteren.
  • Maatregelen of acties kiezen of invullen: Je ziet als je ‘nee’ gekozen hebt, dat er nieuwe velden onder de vraag komen te staan. Daar staat een suggestie in van ons over wat je zou kunnen doen om de situatie te verbeteren. Kijk of die maatregelen passend zijn, zo niet, klik dan op het kruisje (X) rechts van die maatregel, dan verdwijnt die maatregel. Let op! klik op dat kruisje bij iedere maatregel die je niet wilt opnemen, want anders gaan die automatisch mee naar jouw Plan van aanpak straks.

Je kunt ook zelf de teksten van die maatregel passend maken voor jouw situatie. Let op:

Je kunt per maatregel ook nog opmerkingen erbij zetten (waar gaat het precies over) en je kunt een verantwoordelijke toewijzen aan de maatregel (hiervoor moet je wel die ‘verantwoordelijke’ als ‘gebruiker’ aanmaken. Zie hiervoor boven in het scherm onder het knopje ‘help’ de E-learning of handleiding in het AMS- systeem).

  • Risico-score: Na het kiezen van de maatregelen, scroll je verder naar beneden. Daar kom je de ‘risico-score’ tegen. 1 is hoog risico en 3 is laag risico. Deze score is al ingevuld, maar als dit risico bij jullie hoger of lager is, dan kun je deze bijstellen (zie E-learning/handleiding in het AMS- systeem). Daar zit een methode onder: een formule die automatisch werkt. Als je die invult, dan moet je altijd kort aangeven waarom je de aanpassing doet, want anders kun je de nieuwe risico-score niet opslaan. Voor sommige vragen past de risico-score niet. Daar staat dan W (wettelijk) of B (beleid).
  • Basis Risico Factoren: Na de risico-score moet je direct onder de risicoscore ook nog de (meer uitleg vind je door op de link te klikken). Hiermee geef je aan wat de achterliggende oorzaak is: wat heeft veroorzaakt dat dit risico er is. Kies één of meerdere van de BRF’s die daar worden aangeboden (de deskundige die de RIE toets kijkt hier naar).
  • Bijlagen toevoegen: Als je wilt, kun je nu met de knop ‘bestand kiezen’ documenten of foto’s toevoegen die betrekking hebben op de situatie waarover de vraag gaat.

Deze vraag is nu klaar, je kunt op deze manier alle vragen langs met de knop ‘verder’ of je kunt naar andere vragen springen door bovenin op de blokjes te klikken.

Vragenlijst printen of rapporten maken: Je kunt de vragenlijst ook downloaden c.q. een rapport van de vragenlijst maken. Dat doe je  rechtsboven met de knop ‘Maak een keuze’ en dan kiezen voor ‘Rapportage’. Let op je kunt daar keuzes maken in wat je wel en niet in het rapport wilt opnemen. Kijk daar goed naar, want je krijgt al gauw een document van veel pagina’s!

  1. Plan van aanpak: Als je de vragen hebt ingevuld, dan kun je beneden op de knop ‘Aanmaken Plan van aanpak’ Nu gaan alle maatregelen die je eerder bij de vragen hebt gekozen naar de actielijst. Je ziet deze actielijst als je links op de pagina bij het onderdeel ‘RIE dossier’ op het kopje ‘Acties’ klikt. Hier ga je nu alle acties toewijzen aan de personen die daar mee aan de slag moeten en geeft aan op welke termijn (het systeem heeft al een datum ingevuld, maar die kun je zelf aanpassen). Deze lijst van acties is je ‘Plan van Aanpak’ dat hoort bij de RI&E.

In de lijst van acties kun je op allerlei manieren filteren en je kunt rechtsboven met de knop ‘Maak een keuze’ en dan kiezen voor ‘Rapportage’ een rapport maken in excel of Word.

Hoe het filteren en rapporten maken werkt kun je bekijken onder het knopje ‘Help’ boven in het scherm. Daar vind je de E-learning of FAQ.

Extra selecties in de actielijst (staat niet in de E-learning of handleiding)

Bij iedere voorgestelde ‘maatregel’ staat tussen haakjes een term, bijvoorbeeld (letsel machineveiligheid). In de actielijst kun je op deze term filteren, zodat je bijvoorbeeld over  alle afdelingen heen een overzicht krijgt wat er te doen is wat betreft ‘Machineveiligheid’. Dit doe je door in de actielijst in de kopregel (1) op het symbooltje met de twee richtingbordjes te klikken.

Er opent dan een klein schermpje waarin je aan gaat geven waar je op wilt filteren. Links beneden staat ‘Tekst’(2), klik daar op. Daarmee kun je ‘vrij’ selecteren op woorden in alle acties. Typ nu in het invulveld de term waar je mee wilt filteren. In het voorbeeld (letsel machineveiligheid. NB begin dus met het haakje openen ‘(‘ te typen, want dan zoek je op de termen die in de maatregel tussen haakjes staan). Je hoeft overigens niet het hele woord te typen, ‘(letsel mach’ volstaat ook als zoekterm. Hij filtert dan alle acties uit die beginnen met deze letters.

Let op! Als je zelf eigen maatregelen aanmaakt, zet dan ook bij iedere eigen maatregel het ‘thema’ in je maatregelen, zodat je ook met dit principe kunt zoeken in de actielijst.

We gebruiken in deze vragenlijst de volgende lijst van standaard zoektermen (allemaal tussen haken):

Zoektermen actielijst
aanrijding/geraakt worden letsel rug/ledematen
bedieningsfouten letsel vallen/stoten
beleid longaandoening
BHV mentale belasting
brandgevaar onderhoud
derden PBM
discomfort schade door stoffen
explosierisico schoonhouden
gebouwveiligheid stralingsschade
geraakt worden technisch falen
hittebelasting valgevaar
instructie/opleiden veiligheidscultuur
letsel machineveiligheid

Meerdere locaties/gebouwen/afdelingen

Bovenstaande stappenplan is de werkwijze als je voor één bedrijfsvestiging werkt waar je in één vragenlijst alles wilt opnemen. Heb je meerdere locaties in je bedrijf of wil je aparte RI&E’s maken voor gebouwen of afdelingen, maak dan onder ‘organisatiestructuur’ meerdere locaties/afdelingen aan en geef die allemaal een eigen vragenlijst. Je kunt dan per locatie/afdeling vooraf in die vragenlijst kiezen welke modules je wel en niet wilt laten invullen. Bijvoorbeeld de module ‘Alles goed geregeld’ kun je dan op de hoofdvestiging wel invullen en op de nevenlocaties kun je die uit zetten.

Aanmaken extra locatie of afdeling

Een extra locatie of afdeling aanmaken doe je door links bij ‘Organisatiestructuur’ op het bedrijf in wit te klikken en daarna helemaal rechtsboven op de knop ‘Maak een keuze’ de keuze ‘Item toevoegen’ te nemen. Je kunt dan in het midden-scherm de nieuwe locatie of afdeling een naam geven en drukt op de knop ‘Opslaan’. Nu is er een extra locatie/afdeling. Als je dan op die locatie of afdeling klikt, kun je in het midden-scherm een vragenlijst aan deze afdeling koppelen en ook kun je gebruikers koppelen aan deze locatie/afdeling. De gebruikers die je in deze laag ‘koppelt’ aan de locatie, kunnen alleen de gegevens van deze afdeling zien, niet de rest. Zie voor verdere instructies de E-learning of FAQ in het AMS-systeem.

In ‘Organisatiestructuur’ kun je eventueel ook verdere opsplitsing doen zoals aparte afdelingen of ‘hallen’ aanmaken, op dezelfde manier. Zo kun je dus ook verschillende stukken van de RI&E door verschillende afdelingen laten invullen en de acties die daar uit voortkomen laten beheren door die afdeling (zij zien de rest niet).

In de RI&E moeten wel alle werkzaamheden en dus ook alle locaties straks opgenomen zijn. Als je volgens bovenstaande instructies werkt, dan komen alle acties voor alle locaties straks in één overzicht. Je kunt in dat overzicht dan met filters selecties maken, zodat je toch precies te zien krijgt wat je wilt.

Toetsen van de RI&E door arbokerndeskundigen, hoe werkt dat?
Iedere RI&E moet worden getoetst door aangewezen arbokerndeskundigen (AKD), behalve als er maximaal 25 medewerkers werkzaam zijn en de RI&E gemaakt is met een erkend branche-RI&E instrument zoals de RI&E van Zoetwaren. Dus alle bedrijven met meer dan 25 medewerkers moeten wel laten toetsen. Hoe dat werkt lees je hieronder.

De RI&E moet worden getoetst door een zogenaamde gecertificeerde arbokerndeskundige (AKD) of door een bedrijfsarts. De arbokerndeskundigen zijn er van drie expertisegebieden: de veiligheidskundige (HVK), de arbeidshygiënist (AH) en de arbeids- en organisatiedeskundige (A&O). De toets is geen ‘goedkeuring’, maar bedoeld om deskundig advies te geven over de kwaliteit en de volledigheid van de RI&E. Vaak zal de toetser nog wat aandachtspunten aangeven om jullie RI&E nog beter te maken. Die punten voeg je dan toe aan de actielijst, het ‘Plan van aanpak’ dat uit de RI&E volgt.

Toetsing bestaat uit 2 lagen

Tot 2022 mocht één kerndeskundige de hele RI&E toetsen, maar nu gaat de toets in twee lagen:

  • Systeemtoets = zijn alle onderwerpen in de RI&E behandeld, zijn alle activiteiten van het bedrijf bekeken, is de RI&E actueel?
  • Scopetoets = zijn de risico’s goed beoordeeld, zijn de juiste maatregelen/acties beschreven.

De systeemtoets mag iedere gecertificeerde arbokerndeskundige doen, maar de scopetoets mag alleen gedaan worden als je deskundig bent in het specifieke vakgebied. De onderwerpen zijn verdeeld over de drie arbokerndeskundigen:

  • HVK: ongevallen= veiligheidsrisico’s van stoffen (brand-explosie, opslag), brand-BHV, gebouw-inrichting, machines/arbeidsmiddelen, lawaai, trillingen, overdruk, PBM
  • AH: gezondheid= stof(fen) gezondheidsrisico’s, klimaat, straling, biologische agentia, fysieke belasting/ ergonomie, lawaai, trillingen, overdruk, PBM
  • A&O: organisatie= werkdruk, ongewenst gedrag (PSA)

Vaak zal dit betekenen dat er één arbokerndeskundige de toets leidt en met jullie zal bekijken hoe andere arbokerndeskundigen betrokken moeten worden. Er zijn ook AKD’s die voor meer dan 1 ‘scope’ gecertificeerd zijn. Het is verstandig om vóór je begint aan een nieuwe RI&E met de toetser te bespreken hoe je de RI&E het beste kunt opstellen, zodat je vooraf weet wat de toetser gaat vragen van je.

De wet heeft geen termijnen over hoe vaak de RI&E gemaakt of getoetst moet worden. Dat bepaalt de werkgever zelf in overleg met de Ondernemingsraad/PVT. Maar als je ingrijpende aanpassingen doet, laat die dan ook toetsen door de arbokerndeskundige.

Achterliggende oorzaken van risico’s bepalen: Basis Risico Factoren
Als er in de RI&E een risico wordt geconstateerd waar verbetering op nodig is, dan zal je maatregelen gaan kiezen om die verbetering te bereiken. Maar het is ook belangrijk om na te denken over de achterliggende oorzaak: wat is eigenlijk de bron van dit risico? De arbokerndeskundige die de RI&E toetsing doet zal hiernaar gaan vragen. Dat is een vereiste in het certificeringsstelsel: de regels waaraan de arbokerndeskundige zich moet houden bij toetsing.

In de RI&E Zoetwaren is daarom bij iedere vraag aan te geven wat de achterliggende oorzaak van het risico is. We noemen dat hier de Basis Risico Factoren (BRF). Er zijn 5 Basis Risico Factoren waar je uit kunt kiezen, je kunt er ook meerdere aanwijzen als achterliggende oorzaak. Dit zijn de BRF’s met korte uitleg. In de derde kolom geven we aan wat voor soort maatregelen horen bij iedere BRF:

Basis Risico Factor (BRF) Uitleg Type maatregel die past
Inrichting arbeidsplaats ontoereikend TF1 De omstandigheden waarin het werk gedaan wordt (gebouw, ruimte) is belastend, onveilig of staat een goede werkwijze niet toe. Inrichting van gebouw/werkruimte verbeteren.
Arbeidsmiddel (ontbreekt of ongeschikt) TF2 De machines, de hulpmiddelen, grondstoffen e.d. zijn er niet, zijn niet beschikbaar, zijn niet goed bruikbaar of zijn niet in goede staat/niet veilig/niet onderhouden. Betere of meer arbeidsmiddelen aanschaffen, repareren/onderhouden, afspraken over beschikbaarheid maken.
Kennis ontbreekt  OF1 Als niet bekend is dat iets een risico zou kunnen zijn of als je niet weet wat de veilige en gezonde wijze van werken is. Voorlichting en instructie, opleiding, training, inhuren deskundigheid, nader onderzoeken.
Gedrag (niet opvolgen afspraak) GF1 Wel bekend dat dit niet goed is en er is ook afgesproken hoe het wel zou moeten, maar medewerkers, leiding of anderen volgen die afspraken niet op. Sturing, aanspreken verbeteren, veiligheidscultuur ontwikkelen, afspraken verbeteren, bewaken (veiligheidsrondes/-evaluaties/meldingen), sancties.
Werkorganisatie (onvoldoende procedures/borging) OF2 Er zijn geen afspraken over, er is niet georganiseerd dat het werk op de goede wijze gedaan kan worden of er wordt niet bewaakt dat het goed blijft gaan (borgen) Afspraken maken (beleid), werkinstructies, protocollen en procedures, beheersysteem maken, planmatige bewaking/borging/onderhoud organiseren (beleidscyclus).

Als je de RI&E ingevuld hebt, en de BRF’s daarbij per vraag hebt gekozen, dan zie je in de actielijst bij welke achterliggende oorzaken/BRF’s de meeste verbetering gewenst is.

Waarom de RI&E Zoetwaren gebruiken en niet gewoon inkopen?
De RI&E Zoetwaren is toegesneden op de risico’s en de (afgesproken) maatregelen in onze branche. Het kost wat werk om zelf de RI&E te maken, maar het heeft ook veel voordelen. Je kunt natuurlijk ook de RI&E door een externe partij laten maken. Dat is gemakkelijk, maar heeft ook nadelen. Juist zélf nadenken over wat er goed is en wat voor verbetering vatbaar is, levert veel extra op. Je voorkomt in ieder geval dat je verbeterpunten krijgt die niet goed aansluiten op jullie bedrijfssituatie, want die ken je zelf het beste.

Er zijn verschillende voordelen om juist dit instrument te gebruiken:

  • RI&E in eigen hand houden: met deze RI&E maak je zelf de risico-inventarisatie. Er wordt veel informatie in het instrument gegeven om dit goed te doen. Daardoor is er minder inhuur van externe deskundigen nodig. Het kan wel nodig zijn bij sommige punten externe deskundigen in te schakelen (bijv. omdat u zelf niet voldoende deskundigheid in huis hebt). Maar ook dan is het mogelijk om zelf de regie in handen te houden. De deskundige vertrekt na de klus, de acties uit de RI&E moeten daarna wel bewaakt worden, dus het blijft nodig zelf voldoende tijd erin te steken.
  • Actueel en op de branche toegesneden: de risico’s en de stand der techniek van de branche Zoetwaren zijn zoveel mogelijk verwerkt in deze RI&E. Ook afspraken tussen sociale partners over arbeidsomstandigheden in de branche (de Arbocatalogus) zijn in de RI&E verwerkt. Zo is er zekerheid dat van alle belangrijke onderwerpen de actuele en op de branche toegesneden informatie gebruikt wordt.
  • Ruimte voor maatwerk: de vragenlijst is in het AMS zo samen te stellen, dat alleen vragen gebruikt worden die passen bij de bedrijfssituatie. Doordat dit instrument is opgebouwd uit verschillende bouwstenen (modules) is zelf te bepalen welke modules/vragensets wel en niet van toepassing zijn voor het bedrijf.
  • Zelf vaststellen wie de RI&E in het bedrijf invullen. De vragenlijst in het AMS is op te splitsen in onderdelen, die aan verschillende mensen in het bedrijf worden voorgelegd. Dat gaat volledig digitaal. Uiteindelijk komt alles in één overzicht waaruit gemakkelijk via filters specifieke informatie te rapporteren is. Zo is te bereiken dat degene die voor hun onderdeel van het bedrijf verantwoordelijk zijn waar het de veiligheid en gezondheid betreft, de vragen die op hun onderdeel betrekking hebben zelf invullen in overleg met hun medewerkers. Zo sluit de verantwoordelijkheid voor de RI&E perfect aan bij de gang van zaken in het bedrijf.
  • Hulp van een helpdesk. Zowel VBZ als de softwarebeheerder bieden hulp aan via de helpdesk. Niet alleen als de RI&E gemaakt wordt, maar ook daarna als je begint met de verbeteracties.

Snel naar

Instrumenten voor de verdiepende Ri&E's die voor zoetwaren zijn ontwikkeld:

Gerelateerd nieuws

Back To Top