Skip to content

Stoffen en (meel)stof

In zoetwarenbedrijven kan blootstelling aan diverse soorten stof en stoffen aan de orde zijn. Denk aan meelstof en aroma’s in de productie en lasrook bij de technische dienst. De arbocatalogus helpt bij een zorgvuldige aanpak.

Goede praktijken

Algemeen

Bij het kiezen van geschikte maatregelen om een risico te beheersen, wordt de arbeidshygiënische strategie gevolgd. Dat betekent:

  • Dat er eerst gekeken moet worden of de bron geëlimineerd kan worden (bronaanpak);
  • Als dit redelijkerwijs niet mogelijk is, dan wordt onderzocht of er technische of organisatorische maatregelen mogelijk zijn. In deze arbocatalogus zijn de organisatorisch en technische maatregelen samengenomen onder het kopje ‘technische maatregelen’;
  • Als dit redelijkerwijs ook niet mogelijk is, of niet afdoende, dan worden als laatste stap persoonlijke beschermingsmiddelen verstrekt.

NB: Houd bij de keuze van geschikte maatregelen ook steeds rekening met de eisen vanuit de voedselveiligheid.

Technische en organisatorische maatregelen

Door de bron te isoleren of te omkasten, komen er geen gevaarlijke stoffen in de ruimte waar medewerkers hun werkzaamheden verrichten. Deze oplossing zorgt ervoor dat medewerkers minder lang blootstaan aan gevaarlijke stoffen.

Alle gevaarlijke stoffen die worden ingekocht en niet als bulk worden geleverd, zijn te herkennen aan specifieke H- en P-zinnen en de gevaarsymbolen. Werkvoorraden van gevaarlijke stoffen moeten voorzien zijn van de juiste etikettering. Dit geldt ook voor stoffen die bijvoorbeeld in kannen zijn overgegoten. Zorg dat medewerkers ook worden geattendeerd op de risico’s van (gevaarlijke) bulkstoffen en de te nemen beheersmaatregelen.

Door leidingen van verschillende koppelingen te voorzien, worden stoffen die met elkaar kunnen reageren niet per ongeluk gemengd bij het lossen van vrachtwagens.

Voor alle werkzaamheden waar blootstelling aan gevaarlijke stoffen is, worden werkplekinstructiekaarten opgesteld. Deze instructies staan op geplastificeerde kaarten die bij de betreffende werkplek aanwezig zijn. Op de kaart is de belangrijkste inhoud van het betreffende Veiligheidsinformatieblad overzichtelijk weergegeven.

  • Wat zijn de risico’s van de stof?
  • Op welke manier kan het worden gebruikt?
  • Wat zijn de benodigde beschermende maatregelen?
  • Hoe kan een de stof opgeruimd worden na morsen of een lekkage?
  • Wat te doen bij een calamiteit?

Gebruik bij voorkeur weinig tekst en maak gebruik van foto’s en pictogrammen. Plaats zo’n kaart goed zichtbaar dicht bij de werkplek en gebruik deze kaarten ook bij de arbovoorlichting.

Back To Top