Hitte
Brancheafspraken
Incidentele onderhoud- en storingswerkzaamheden in zeer warme ruimtes zijn alleen toegestaan als er in het bedrijf een procedure met gezondheidsbeschermende regels voor de betrokken medewerkers is opgesteld en wordt toegepast. Zie als voorbeeld het Hitteprotocol Zoetwarenindustrie. Inventariseer of door het toepassen van de procedure bij de bovengenoemde werkzaamheden de hittebelasting zodanig wordt teruggedrongen, dat de gezondheid van de betrokken medewerkers niet wordt bedreigd.
De werkgever hangt (bij voorkeur direct afleesbare) digitale thermometers of dataloggers op ooghoogte en dichtbij bij de werkplek op in alle werkruimtes waar warmte een rol speelt, om de luchttemperatuur in de betreffende ruimte te beoordelen. Let bij de keuze van thermometers en dataloggers op de eisen omtrent de voedselveiligheid.
Mede op grond van temperatuurmetingen, aangevuld met informatie over luchtvochtigheid, aard van de werkzaamheden, fysieke belasting en de gedragen werkkleding, brengt de werkgever als onderdeel van de RI&E in kaart bij welke werkzaamheden en in welke perioden werkzaamheden in hitte de gezondheid kunnen bedreigen. Dat kan door een deskundige een inventarisatie te laten doen of door zelfstandig gebruik te maken van een daarvoor geschikt instrument. Bijvoorbeeld de Werkklimaat app, waarnaar ook door de Arbeidsinspectie wordt verwezen. Zie hier voor meer informatie over het omgaan met de resultaten van dat instrument.
Klik hier voor meer informatie Bij gebruikmaking van Werkklimaat app worden van de werkgever deze handelingen verwacht bij de kleuren die de uitslag weergeven: Zie voor mogelijke maatregelen de goede praktijken in deze arbocatalogus.
Het is na het nemen van maatregelen aan de werkgever om met een inventarisatie vast te stellen of de hittebelasting zodanig is teruggedrongen dat de gezondheid van de betrokken medewerkers niet meer wordt bedreigd.
De werkgever verzoekt medewerkers met specifieke gezondheidsrisico’s, waardoor extra gevoeligheid ontstaat voor werken in warme omstandigheden, dat te melden bij de bedrijfsarts (bijvoorbeeld bij diabetes, hart- en vaatziekten, astma). De bedrijfsarts zal de medewerker adviseren over de risico’s en de af te spreken maatregelen. Op verzoek van de medewerker kan ook de leidinggevende geadviseerd worden hierover.
Bij zwangerschap zal de leidinggevende, in samenspraak met de betrokken medewerkster, in kaart brengen welke aanpassingen in het werk, onder warme omstandigheden, nodig zijn of welke onderdelen door het werk gedurende welke periode niet meer kunnen worden uitgevoerd. Een bedrijfsarts kan hierbij adviseren.
Elke werkgever stelt een warmteplan of –beleid op om warmte in het bedrijf, waar nodig, terug te dringen. Jaarlijks wordt dat met de OR of PVT geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. Medewerkers worden op de hoogte gebracht van het warmteplan en van eventuele wijzigingen daarin.
De goede praktijken bij het thema hitte in deze arbocatalogus en de ‘Routewijzer Hittebeheersing in de Zoetwarenindustrie’ met bijbehorende formulieren dienen als basis voor het warmteplan.
Zie ook de goede praktijken m.b.t. hitte.